Goto main content

Hun verhalen, onze strijd

Hun verhalen
onze strijd

Hun verhalen
onze strijd

 

Marie-Jeanne Vanhoutte

Verpleegkundige
 

 
 

‘Delen met anderen is mijn hoofddoel.’

 

Sociaal werk, verpleging, palliatieve zorgverlening, telefonische hulpverlening, begeleiding van daklozen. Marie-Jeanne, 74 jaar en woonachtig in het West-Vlaamse Oostkamp, heeft het allemaal gedaan of doet het zelfs nog steeds. Zowel professioneel als op vrijwillige basis staat haar leven in het teken van de zorg voor anderen. Dat toont ze ook via haar financiële steun aan Handicap International. Al 27 jaar lang is ze trouwe schenker van de organisatie.

 

Je bent al vrij vroeg in het zorgende vak ‘gegooid’ als het ware?

Amper enkele maanden nadat ik afgestudeerd was, ben ik in Rwanda gaan werken. Daar heb ik bijna de hele tijd bevallingen moeten doen. En ik was niet eens vroedvrouw. De zuster daar, zei me simpelweg: ‘Kom, begin er maar aan.’ Ik heb er drie maanden gewerkt en meer dan honderd bevallingen gedaan.

Zonder veel ervaring?

Zonder enige ervaring. Daarna ben ik teruggekomen en heb ik in Antwerpen tropische verpleegkunde gestudeerd. Het idee groeide om in een derdewereldland te gaan werken. Bangladesh was toen een van de armste landen ter wereld. Daar heb ik gewerkt via Damiaanactie, maar heb er ook een tropische ziekte opgelopen. Anderhalf jaar zat ik in Bangladesh, en daarna dus terug naar België. Anderhalve maand ben ik in het ziekenhuis gebleven en 6 maanden lang heb ik niet kunnen slapen. Daarna ben ik terug beginnen werken.

In België?

Inderdaad. Maar ik kon maar niet wennen aan België. Hier reanimeren ze en doen ze van alles en nog wat. Je bent 90 jaar en je wordt nog goed behandeld en aan de machine gelegd. En in Bangladesh stierven er kinderen en jonge mensen. Dat is toch niet eerlijk.

Was het een kinderdroom, verpleegster worden?

Helemaal niet. Als tiener heb ik met de Roma-gemeenschap in Oostkamp gewerkt, in een centrum dat die mensen opving. Ik heb vele bezoeken gedaan met de sociaal assistent. Toen ik 18 jaar werd, wou ik eigenlijk wiskunde studeren. Maar daarvoor moest ik naar Leuven, en dat kostte te veel geld. Dus vroeg ik aan mijn moeder: ‘Wat is het meest sociale beroep?’
‘Verpleegster’, antwoordde mijn moeder. En daar ben ik dan maar mee begonnen. De studies, die waren niet interessant, hoor. Maar nu kan ik zeggen dat dit het mooiste beroep is dat er is. Ik heb altijd op de afdeling intensieve zorgen gewerkt. Daar heb ik veel slachtoffers van ongevallen en patiënten na operaties en orgaandonaties verzorgd. Later heb ik ook gewerkt in de palliatieve zorg. Daar ben ik veel zaken te weten gekomen van mensen die ze nooit aan iemand verteld hadden. Verhalen die ik in mijn hart bewaar.

Je moeder had dus gelijk, toen ze verpleegkundige aangaf als meest sociale beroep?

Absoluut.

Goed doen voor anderen lijkt wel de rode draad doorheen je leven. Is dat ook de reden waarom je Handicap International financieel steunt?

Ik denk het wel, ja. Delen met anderen is mijn hoofddoel, zeg maar. Eén van de dokters op het werk zei ooit tegen mij: ‘je bent een echt zorgbeest. Je zoekt altijd naar zaken die niet goed lopen, zodat je iets voor de mensen kan doen.’ Dat is mijn instinct waarschijnlijk. Mijn papa was ook zo, altijd zorgen voor anderen. Mijn zus, die ook verpleegster was, was anders. Ze zei me ooit eens: ‘Jij doet aan palliatieve zorg buiten je werkuren, en je zorgt al hele dagen voor mensen. Ik ga liever eens alleen aan de zee wandelen.’  Ieder zijn keuze, denk ik dan.

Waarom steun je specifiek Handicap International?

Ik heb ooit een patiënt gehad die zijn armen en benen was verloren na een zelfmoordpoging. Dat zijn aparte momenten. Hoe je sukkelt en moet revalideren om weer een beetje te kunnen bewegen. Revalidatiezorg is zeer zinvol werk. Alles wat te maken heeft met medische zorg heeft me altijd geïnteresseerd.

Heb je zelf ook nood gehad aan revalidatiezorg of technische hulpmiddelen?

Toen ik kanker kreeg, heb ik een tijdje met een rollator moeten stappen. Ik heb nog steeds korsetten om te dragen, zodat ik rechtop blijf. Door de straling zijn mijn wervels in elkaar gezakt, en raakte mijn rug helemaal krom. Ik draag ook al heel mijn leven een bril.

Wat zou er gebeurd zijn als je tot dit alles geen toegang had gehad?

Dan zou ik een sukkeltje geweest zijn, hoor. Zonder bril had ik bijvoorbeeld nooit verpleegster kunnen worden. Als je niet goed ziet, nee, dan lukt dat niet.

Geen luxe dus, revalidatiezorg?

Voor mij is dat geen luxe. Wie dat zegt, weet niet goed wat het betekent om een handicap te hebben. Je moet al maar je hand niet kunnen gebruiken en je komt al in moeilijkheden. Het is soms nog altijd zo: wie veel kan betalen, kan het zich permitteren. Want in vele landen bestaat geen mutualiteit. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld. België is één van de beste landen op dat vlak. Maar ik kan me goed voorstellen dat er in vele landen niet veel van in huis komt.

Het stopt niet bij revalidatiezorg zelf. Het is een hefboom voor een inclusievere samenleving.

Klopt. Ik vind ook dat bedrijven meer personen met een handicap moeten aanwerven. Bij ons in het ziekenhuis werkte er iemand in een rolstoel op de administratie. Een blinde collega deed het telefonisch onthaal. Kunnen werken geeft ook een gevoel van meerwaarde aan vele mensen.

fotografie : Bas BOGAERTS

fotografie : Bas BOGAERTS