De lijdensweg van Philémon, aangereden door een vrachtwagen
November 2019. Goma, hoofdstad van de provincie Noord-Kivu, de regio in de Democratische Republiek Congo die al meer dan 20 jaar verscheurd wordt door conflicten. In een klein salon zitten Véronique en Jean-Pierre Amisi, ouders van 11 kinderen. Op de aarden muur staat een datum aangegeven met krijt: 20 maart 2018.

Philémon moet eerst stevigere spieren ontwikkelen voordat hij een prothese kan krijgen. | © Patrick Meinhardt / HI
Véronique Amisi begint te vertellen: “Onze zoon Philémon was toen 10 jaar. Hij was op de weg terug van school, op amper 100 meter van huis. Het verkeer in Goma is chaotisch. Een vrachtwagen geladen met stenen raakte Philémon en is daarna gekanteld. Onze zoon zat knel, zijn been verpletterd. Onze buren zijn ons komen verwittigen? Ik kon het niet geloven. Ik kwam helemaal in paniek aan in het ziekenhuis. Mijn zoon lag op intensieve zorgen. Toen ik hem eindelijk kon zien, was zijn rechterbeen geamputeerd. Het was een regelrechte nachtmerrie.”
Een werk van lange adem
Philémon moest nog drie operaties ondergaan. Hij zou drie maanden in het ziekenhuis blijven. “Zijn been raakte gezwollen. Hij voelde zich zo gedeprimeerd, hij wou zelfs sterven. Voor mij voelde het ook als een marteling. Eens hij terug thuis was, zat hij vaak in een hoekje te huilen,” vertelt zijn moeder verder.
Intussen heeft Philémon krukken gekregen en is hij gestart met revalidatiesessies, drie keer per week, in het ziekenhuis van Goma. “Met de stomp gaat het goed. Maar door het ongeluk moest zijn been volledig geamputeerd worden. We zullen een speciale riem moeten maken, op maat van zijn grootte gemaakt, zodat de prothese goed zit. Philémon moet voorlopig oefeningen blijven doen om de stomp te versterken en soepeler te worden,” verklaart Noela, kinesitherapeute bij HI.
Het enige kind met een beperking
Philémon gaat ook naar de hulpsessies van een psychologe, om zijn zelfvertrouwen terug te winnen. “Die sessies helpen Philémon, hij neemt deel aan creatieve workshops en spelletjes en hij kan uiten hoe hij zich voelt … maar het blijft een werk van lange adem. Hij is nog heel aangedaan. Hij blijft kwetsbaar en teruggetrokken. Vroeger had hij veel vriendjes op school. Vandaag is hij het enige kind met een beperking op 1 000 kinderen. Dat blijft moeilijk. Op een dag had hij een zware indigestie. We vermoeden echt dat hij toen vergiftigd werd, vertrouwt zijn vader Jean-Pierre ons toe.
Philémon zit erbij, hij staart in de verte. En wanneer je hem vraagt waar hij van droomt, zegt hij zachtjes dat hij van auto’s en mechanica houdt. "Ondernemer!" zegt zijn vader. "Ik droom misschien te veel, maar ik hoop dat hij een ondernemer wordt."